Leiders zijn niet alleen de medewerkers met de taak om de organisatie op koers te brengen en te houden. Alle medewerkers zijn leiders vanuit hun eigen rol en perspectief.  De managers zijn de verbinders en hebben naast hun persoonlijk leiderschap de rol om de organisatie in goede banen te leiden.

Om een organisatie op koers te kunnen brengen en in goede banen te leiden hebben leiders steeds te maken met vier verschillende perspectieven die in relatie met elkaar staan. Te weten:

  1. de mens, de individuele medewerker met zijn eigen emoties, perceptie, kwaliteiten en gedrag
  2. de structuur, de methoden en technieken die de activiteiten ondersteunen en ervoor zorgen dat de organisatie op een effectieve en efficiënte wijze kan opereren
  3. de cultuur, de gedeelde waarden binnen de organisatie, de do’s and don’ts, communicatievormen en de veranderbereidheid
  4. de omgeving, de organisatieomgeving en maatschappij, de invloeden van buitenaf en de kansen en de bedreigingen

De rol van de leider is om steeds rekening te houden met de 4 verschillende perspectieven en vandaaruit naar vraagstukken te kijken.

Het gevoel is daarbij een noodzakelijk instrument in de realisatie van persoonlijk leiderschap en de eigen doelen. Mensen zeggen wel: ’ik heb hier een goed gevoel over’ of  ’ik had een raar voorgevoel in mijn  buik’. Signalen die in veel bedrijfsculturen niet altijd in dank afgenomen worden, aangezien ze slecht meetbaar en beheersbaar te maken zijn. In een controleerbare wereld is men in staat om, als het olielampje van de auto gaat branden, naar de garage te gaan en het voorval te laten verhelpen. In de menselijke wereld is dit minder eenvoudig. En toch is dit een wezenlijk onderdeel van het managementinstrumentarium omdat gevoelens aan de basis liggen van weerstand in organisaties.

Everything we hear is an opinion, not a fact. Everything we see is a perspective, not the truth.        Marcus Aurelius