Onze samenleving is de afgelopen 50 jaar ingrijpend van een verzuilde christelijke samenleving veranderd in een welvaartstaat met ongelimiteerd potentieel. Potentieel dat gepaard gaat toenemende behoefte aan autonomie en vrije keuzemogelijkheden. Daarnaast heeft onze welvaart voor een enorme toestroom van allochtonen gezorgd. Inmiddels is 12% van niet-westerse komaf. Mensen die vaak uit plaatsen komen waar bloedverwantschap, overleven en eerwraak de gewoonste zaak van de wereld zijn en die vaak in erbarmelijke omstandigheden zijn opgegroeid. Deze verandering heeft onze gemeenschap veranderd in een multiculturele smeltkroes waarin verschillende culturen met elkaar moeten samenleven.

Groepswaarden vormen de basis van een cultuur en zijn de grondslag en de ‘drivers’ van het waardensysteem. In waardensystemen liggen de eigen overtuigingen, rituelen en kenmerken van een groep besloten. Besef van waardensystemen geeft inzicht in houding, motivatie en perceptie van de leden van de verschillende groepen. Uit onderzoeken is gebleken dat deze waardensystemen uitzonderlijk krachtig zijn en heel moeilijk zijn te veranderen.

Verschuivingen van waardensystemen ontstaan pas als er voor de leden ‘iets’ niet meer klopt of behoeften niet meer worden bevredigd. Doordat er gaten ontstaan tussen de externe omgevingssituatie en het heersende waardensysteem kunnen hele gemeenschappen in een soort identiteitscrisis komen en van slag raken. Hetgeen vaak tot verharding en polarisatie leidt.

Organisaties hebben ook een waardensysteem (en de meeste organisaties zelfs meerdere). Hierin liggen de ‘ongeschreven regels van het spel’ besloten en geeft inzicht in het dominante gedrag binnen een organisatie en de houding, perceptie en motivatie van de leden binnen de organisatie. Elementen die hierbij zoal een rol kunnen spelen, zijn: de wijze hoe men  met elkaar omgaat, wat wordt wel en wat wordt niet gedaan, wat is goed of fout, welke specifieke rituelen en symbolen kent men en hoe open of gesloten is de organisatie.

 ‘Gegeven de nieuwe realiteiten zijn onze oude oriëntaties niet toereikend meer. We hebben nieuwe zienswijzen nodig om effectiever in het belang van het geheel te kunnen werken. We zijn toe aan een nieuwe grote stap, zo niet sprong in de ontwikkeling van de maatschappij. We kunnen doen of er niet veel aan de hand is en ons hoofd beneden het maaiveld houden. We kunnen er ook voor kiezen, zoals we eerder in de geschiedenis hebben gedaan, in de voorhoede van een nieuwe tijd te staan’.                           Herman Wijffels